zaterdag 25 februari 2017

Beauty or a beast?

Aalscholvers zijn er wat het broeden betreft vroeg bij. Soms zijn ze al in december bezig om te nestelen. In ieder geval zag ik ze afgelopen week op hun nesten zitten in de broedkolonie bij de Geerplas (Bilderdam, Zuid-Holland). Dat is één van de ongeveer 60 aalscholverbroedkolonies die ons land telt. Het waaide flink waardoor de beelden in het filmpje wat minder stabiel zijn dan ik had gehoopt. Aalscholvers zijn gedurende het jaar vooral zwart/bruin/groenig van kleur, behalve de onvolwassen vogels, die je kunt herkennen aan hun witte borst. In de broedtijd zie je echter bij de volwassen vogels ook wat witte elementen in het verenkleed: een helder witte dijvlek en witte kopveren. Persoonlijk vind ik ze er niet echt op vooruit gaan in deze uitdossing. In close up ziet de vogel er tamelijk angstaanjagend uit, met zijn witte pruik, smaragdgroene ogen en rood/oranje kleur langs de snavel. Maar dat is natuurlijk subjectief....voor aalscholvervrouwtjes is het vast een beauty. Aalscholvers broeden graag bij elkaar en als de jongen geboren zijn, dan is het een drukte van belang. Via deze link kun je geluiden van de aalscholvers beluisteren. De vogels zitten ongeveer een maand op de 3-4 eieren. Een kleine twee maanden later zijn de jonge vogels klaar om het nest te verlaten.

Herinnering voor abonnees van de mailservice die het filmpje niet in de email zien: klik op de titel van mijn blog (Natuurnotities Monique Smulders) om naar mijn blogpagina te gaan of klik op de link 'filmpje' in de tekst.

zondag 19 februari 2017

Eerste grutto's zijn gearriveerd!

Het arriveren van de eerste grutto's in Nederland is elk jaar weer het signaal dat het grootste deel van de winter er op zit en dat de lente er aan komt. Een klein plas/drasgebiedje bij Boskoop, de Voorofsche Polder, is altijd een van de eerste plekken waar grutto's arriveren na hun reis vanuit Afrika, via Spanje en Portugal naar ons kleine land. Via deze site kun je zien hoe hun tocht verloopt door middel van gezenderde grutto's.
Na zo'n tocht willen ze alleen maar eten en dat is in de film wel te zien. Verder zie je duizenden vogels in de lucht en een grote groep kieviten in een spectaculaire vlucht.
De grutto's blijven gelukkig naar ons land komen, maar het afgelopen broedseizoen is niet goed verlopen. In 2016 werden maar 4.000 jongen vliegvlug, zo hebben tellingen uitgewezen. Om de gruttostand op peil te houden zijn er minsten 11.000 uitgevlogen grutto's nodig. Er zijn verschillende oorzaken voor: het leefgebied van de grutto staat al jaren onder druk. Ze houden van weilanden met voldoende bloemen die insecten aantrekken, want dat is het voedsel waar de kuikens van groeien. Onze graslanden hebben nauwelijks bloemen en dus te weinig insecten. Bovendien wordt er steeds vroeger gemaaid, op een moment dat de kuikens nog niet kunnen vliegen. de gevolgen daarvan laten zich raden. In 2016 sloeg het droge lenteweer bovendien om naar onweer en regen. Donskuikens raken dan onderkoeld omdat de veren nog te weinig waterafstotend zijn. Laten we hopen op een droog voorjaar en een goed broedseizoen voor onze nationale vogel.


Nogmaals het eekhoornnest

Op mijn blog plaats ik vrijwel alleen eigen filmpjes, maar soms maak ik daar een uitzondering op als ik vind dat een filmpje bijzondere waarde heeft. Op 5 februari wijdde ik een blog aan de nesten van de eekhoorn. Gisteren zag ik dit filmpje, gemaakt door Extra, de organisatie waarmee we naar de Harz zijn geweest. Dit filmpje geeft je een mooi inkijkje in het leven van de eekhoorn, je ziet hem, door middel van opnamen met de wildcamera (die soms wat beslagen is) door de bomen sprinten en schors verzamelen voor zijn nest. Op het eind zie je dat de verzamelde schors in dunne reepjes is gescheurd om een lekkere isolatielaag voor het nest te maken.
De foto bij dit blog is een screenprint uit het filmpje.

vrijdag 17 februari 2017

Voedsel zoeken in de sneeuw

In het afgelopen sneeuwweekend heb ik nog twee filmpjes gemaakt, één in de Amsterdamse Waterleidingduinen (waar maandag nog volop sneeuw lag) en één in mijn achtertuin waar de vogels af en aan vlogen om te eten van de bessen, zaden en de pindakaaspot. Beide films staan in het teken van voedsel zoeken trouwens, want de herten waren in de duinen aan het snuffelen in het sneeuwdek naar iets eetbaars. De grond die zij zo omwoelden werd meteen bezocht door vogels die wilden zien of er ook iets van hun gading bij was, zo zie je een vink en een pimpelmees opduiken tussen de bladeren. Een roodborstje wilde niet wachten tot het damhert weg was en vloog om het damhert heen, een leuke waarneming. Verder zie je in dit filmpje een aantal grote zaagbekken, de paartjes worden nu gevormd, voor zij naar het hoge noorden trekken om te broeden. Meer informatie over grote zaagbekken vind je in een eerder blog.
De voedersilo's in onze tuin worden altijd wel bezocht, maar tijdens het sneeuwweekend vlogen de vogels letterlijk af en aan. Een vrouwtjesmerel (bruin van kleur) heeft zich de sierappelboom toegeëigend en staat geen indringers toe. Het mannetje (zwart met een oranje snavel) neemt als het kan zijn kans waar, maar dat wordt niet altijd op prijs gesteld. Ook de mussen vechten in dit filmpje om voedsel. Zeker voor kleine vogels is het in de winter van belang om veel te eten. In Estland en Litouwen heeft pas een onderzoek plaatsgevonden naar het gewichtsverlies van koolmeesjes gedurende de nacht. In nachten waarin het zo'n vijf graden vriest raken ze maar liefst 10% van hun lichaamsgewicht kwijt om op temperatuur te blijven. Elke nacht verliezen ze 2,2 gram op een gewicht van ruim 20 gram. Stel dat wij elke nacht eens 6 of 8 kilo zouden verliezen en dat er elke dag weer aan moeten eten om de nacht weer te overleven....Het onderzoek in Litouwen betrof nachten tot wel - 43 graden C. Een deel van de vogels vriest bij zulke temperaturen dood. Die dode mezen hadden maar liefst een kwart van hun gewicht verloren en daarmee een kritische grens overschreden. De vogeltjes die de nacht levend doorkwamen waren maximaal 13% lichaamsgewicht kwijt geraakt. Op zo'n moment is het fijn als je als vogel kunt rekenen op een maaltje op een vaste plek waar je van op aan kunt. Nadat ik de resultaten van dit onderzoek had gelezen, heb ik de voedersilo nog maar eens bijgevuld.

dinsdag 14 februari 2017

Flitswinter


Dit weekend beleefden we een flitswinter. Zaterdag begon het te sneeuwen, zondag lag er (in delen van het land) een aardig pak sneeuw en op maandag deed de dooi al weer zijn werk. Dat steekt schril af bij de winter van 2009/2010 toen gemiddeld 42 dagen met een sneeuwdek werden geteld, met uitschieters in het noordoosten tot 55 dagen! Over de jaren gezien ligt er in een gemiddelde winter 13 dagen een sneeuwdek, maar de laatste jaren halen we dat aantal al lang niet meer. Reden genoeg dus om er meteen met de camera op uit te gaan. Dit filmpje legt het weekend vast van zaterdagochtend tot zondagavond. Van het eerste laagje dunne sneeuw waarop de kinderen meteen al met een sleetje de dijk af roetsjten, tot een mooie avondstemming met de smeltende sneeuw. In latere blogs kom ik nog eens terug op dit sneeuwweekend met een filmpje over de besneeuwde Amsterdamse Waterleidingduinen en de vogels in mijn wintertuin. Dit filmpje is gemaakt in Alphen aan den Rijn, het Bentwoud (Boskoop) en langs de houtkade van het Spookverlaat in Koudekerk aan de Rijn. Sneeuw nodigt uit tot spoorzoeken. Let in het filmpje maar eens op hoe de vogels lopen en wat voor soort poten ze hebben. Bij de meeste soorten heb ik ook de loopsporen vastgelegd. Een minicursus spoorzoeken dus.

In het leger

Vossenleger
Op de lagere school leerde ik al dat konijnen holen hebben en hazen 'slechts' een leger: een kuiltje in de grond waar ze rusten. Dat kuiltje is meestal niet dieper dan 10 centimeter. De omvang is ongeveer 20x25 cm. Ze drukken hun achterlijf in het diepste deel van de kom en vertrouwen verder op hun schutkleur. Als kind vond ik dat heel zielig, want waar de konijnen in knusse holletjes konden vertoeven bij regen en kou, lagen die hazen daar nat te worden.... Jonge haasjes worden al met een vachtje geboren, ze zijn 'completer' dan jonge konijntjes die in een beschermde omgeving (het kraamhol of wentel) het levenslicht zien. De draagtijd van een haas is dan ook zo'n 10 dagen langer dan van een konijn.
Niet alleen hazen hebben legers. Ook tal van andere dieren gebruiken zo'n kuiltje om te rusten. In de Harz kwamen we deze 'troon' tegen, een leger van een vos boven op een boomstronk. Een vossenleger is vooral te herkennen aan de vossenharen die erin liggen. Vossenharen voelen zacht, een beetje zijdeachtig, aan. In de winter zijn ze twee keer zo lang als in de zomer: 6 versus 3 cm. Ze zijn geelbeige met een zwarte punt.
Vossen liggen meestal opgerold in hun leger van ongeveer 50x30 cm.

Reeën krabben in de bladlaag een plekje open om te rusten en hun voedsel te verwerken. In de winter leven de reeën in groepjes en dan liggen meerdere legers bij elkaar. In de Harz vonden we een plek met vier legers langs een houtkade. Bij de legers vonden we reeënprenten (pootafdrukken) en poep; meestal ontlasten ze zich voor dat ze weer op pad gaan. Hieronder zie je drie van deze legers.
 






















In de legers vind je vaak reeënharen en die herken je aan het golfpatroon, zoals je op deze foto ziet.

  

zondag 5 februari 2017

Sneeuw, ijs en een waterspreeuw

Afgelopen weekend zijn we in de Harz geweest om onze kennis van diersporen verder uit te breiden. In de sneeuw konden we de sporen mooi volgen en veel leren over diergedrag. Ik zag er mijn eerste eekhoornnest, iets waar ik al jaren naar op zoek was. Daarover meer in de blog onder dit bericht. De koude temperaturen in de ochtend (tot - 13 graden) waren snel vergeten wanneer de zon hoger aan de hemel klom. Rond het middaguur was het meestal rond het vriespunt. In het filmpje zie je een impressie van de besneeuwde landschappen in de Harz. Naast alle sporen, zagen we een waterspreeuw in een beekje vlak bij onze overnachtingsplaats. Hij zat rustig te zingen op een stuk ijs langs het stromende water. De zang (en ook de roep) van de waterspreeuw is luid en hoog, zodat het geluid boven het stromende water uit klinkt. Zo kunnen de vogels over grotere afstanden met elkaar communiceren, ondanks het omgevingsgeluid. Vanaf minuut 2 in het filmpje hoor je 'm zingen. Waterspreeuwen zijn de enige zangvogels die in het water leven. Ze duiken in snelstromend water op zoek naar insecten. Om te kijken waar een hapje te halen valt, gaan ze op een steen zitten met hun kop onder water. Vervolgens lopen ze onder water op zoek naar voedsel. De vleugels helpen hen om op hun plaats te blijven en vooruit te komen met de stroom mee. Tegen de stroom in klampen ze zich vast aan stenen. Ik ben meerdere keren terug gegaan naar de plek waar het beestje zat, maar na het fluitconcert heb ik hem niet meer terug gevonden. Ik had graag het fourageergedrag gefilmd. Als het water waar ze leven dichtvriest vliegen de spreeuwen stroomafwaarts naar grotere rivieren en soms zelfs tot aan zee. Zo ver was het hier nog niet, ongeveer de helft van het water was nog open om op zoek te gaan naar voedsel.



De eekhoorn en zijn nesten


Eekhoorns houden van bosrijke omgeving, dat is de reden dat ze in het westen van Nederland dun gezaaid of afwezig zijn. Ik heb altijd wel een lijstje met dingen die ik graag 'live' in de natuur wil zien. Op dat lijstje stond al jaren: een eekhoornnest. Ik had er wel vaak over gelezen en toen ik deze 'voetbal' van takken, bladeren en mos in de boom zag, dicht bij de stam, wist ik het meteen. Dit was dus zo'n eekhoornnest. Zulke nesten vind je meestal op 5-6 meter hoogte. Deze eekhoorn had een loofboom gekozen voor het nest, waardoor ik het nu goed kon zien. Veel nesten worden echter in naaldbomen gemaakt, waar ze het hele jaar verborgen zijn. In de sneeuw kunnen richting de boom prenten (pootafdrukken) staan, die bij de stam ineens ophouden. Daar is de snelle rakker de boom in geklommen. De voorvoeten met vier tenen zijn een stuk kleiner dan de achterpoten die vijf tenen hebben. Doordat eekhoorns meestal in sprongengalop lopen, zetten ze de grotere achterpoten voor de kleinere achterpoten neer (een soort haasje over dus). De eekhoorn die het spoor op de foto maakte, sprong dus naar rechts.
Het bouwen van zo'n eekhoornnest begint met het leggen van een platform van grovere takken. Om het werk te vergemakkelijken wordt soms een oud vogelnest als basis gebruikt. Naarmate het nest vordert voegt de eekhoorn kleinere takken en bladeren toe. Om takjes te verzamelen rent de eenhoorn door de boom en breekt geschikte formaten af. Ook kan bast of een tak van een naaldboom, met de naalden er nog aan, in het nest verwerkt worden. Af en toe duikt de eekhoorn in het nest om de maat te testen en met zijn lichaam een geschikte holte te maken. Als de buitenkant klaar is, wordt het nest gevoerd met mos, droog gras, veren en andere zachte dingen. Schapenwol, reepjes van papieren zakdoekjes en een bolletje breiwol werden door onderzoekers ook in de nesten aangetroffen. Om zo'n winternest te maken is een eekhoorn minimaal een dag bezig en soms wel een dag of vijf. Jonge eekhoorns moeten dat echt leren, want de eerste nesten zien er vaak slordig uit en soms maakt zo'n jonkie een vrije val omdat hij door de bodem van zijn eerste probeersel valt.
Het nest wordt gebruikt om uit te rusten en warm te blijven in de winter, maar ook om te baren en jonge eekhoorns groot te brengen. Komende maand worden de eerste eekhoornjongen geboren, want de paringen vinden al in januari plaats. Overigens maakt een eekhoorn meerdere nesten, waarin telkens een paar dagen wordt doorgebracht. Moeder laat een van haar stevige nesten vaak aan een jonkie na, zodat deze alvast een goede start kan maken. Ook in de zomer heeft een eekhoorn meerdere nesten, die zijn dan wel wat minder dik gestoffeerd. Toen ik dit hele 'nestproces' nog eens nazocht in het boek 'Squirrels' van Jessica Holm, viel mijn oog op de pagina met voedsel, waar ik wat opmerkelijke dingen tegenkwam. Eekhoorns eten het hele jaar zaden uit dennenkegels en ook teren ze op de voorraad die ze in het najaar aanleggen van zaden zoals hazelnoten, eikels en veldesdoorn. Dat was mij bekend. In de barre wintermaanden eten ze ook wel bast van bomen en schimmels op rottend hout. In het vroege voorjaar staan katjes van hazelaar en els op het menu. Bloemen, zoals van de sleedoorn en de eik, boomknoppen en jonge scheuten zijn populair in april en mei. Tegen de zomer worden rupsen niet versmaad en wordt bast van bomen gestript om het zoete sap eronder te bemachtigen. Al met al heeft de eekhoorn een veel gevarieerder menu dan ik had gedacht.

Eekhoorn, foto van Wikimedia