vrijdag 28 oktober 2016

Boom ontmaskert ree



Reeën zijn kieskeurige eters. Ze eten een stukje blad hier, een boomknop daar. Je ziet ze meestal ook niet lang stilstaan, ze zijn continue op zoek naar de meest verse knoppen en de meest malse blaadjes. Ze eten precies die delen die voor een boom of plant het belangrijkste zijn: knoppen en jonge scheuten. Door dat geknabbel van de ree loopt de boom een groeiachterstand op. En soms overleeft zo'n struikje het niet. Maar de bomen 'vechten' terug. Bomen (het onderzoek is gedaan bij beuk en esdoorn) kunnen namelijk het speeksel van reeën herkennen. Na deze waarschuwing maakt de boom extra tannines aan die de blaadjes voor reeën minder lekker maken. Bovendien worden groeihormonen geproduceerd zodat de boom snel nieuwe uitlopers maakt. De onderzoekers stelden vast dat het echt alleen werkt met reeënspeeksel. Als ik een stukje van een blad zou trekken, of andere dieren eten van de boom, dan maakt de boom de wond wel dicht, maar komen er geen extra tannines en groeihormonen.





Vogeltrek op Texel

In de herfstvakantie waren we op Texel om te genieten van de natuur en vogels in het bijzonder. Voor vogels die tijdens de trekperiode uit het hoge noorden komen aangevlogen, is het noordelijke puntje van dit Waddeneiland het eerste land dat ze weer zien na vele vliegkilometers. Ze duiken de duinen in of voeden zich op het wad. Nadat ze flink gebunkerd hebben, vliegen ze weer door naar het zuiden en volgen daarbij vaak de Nederlandse kust. Vogeltellers staan op duintoppen om de vliegbewegingen in de gaten te houden en te tellen hoeveel vogels er langs komen. Dat moeten ze natuurlijk een beetje schatten op ervaring, want niet elk individu kan geteld worden. In twee dagen tijd telden de Nederlandse trektellers bijvoorbeeld meer dan 750.000 vinken die Scandinavië verlaten hadden en nu langs onze kustlijn zoefden. In de film zie je een vinkje dat zich te goed doet aan de zaden van een plant in de duinen. Ook een flinke groep spreeuwen houdt zich op in de duinen. Zij maken soms de oversteek naar Engeland voor de winter. Dat doen ze vaak vanaf de duinen bij paal 9, waar dit stukje film gemaakt is. Op de graslanden, kale akkers, de vogelplasjes en het wad; overal hielden vogels zich op in grote aantallen: wulpen, kieviten, kramsvogels, rotganzen, kluten, smienten en ook de watersnippen lieten zich makkelijker zien dan anders (let op de vogeltjes met de enorm lange snavels langs de waterkant van de plasjes). En dan was het voor de trek nog niet eens zo'n goed weer, want de wind kwam voornamelijk uit het zuiden. Zo kregen we zelfs nog het staartje mee van de windhoos die over Noord Holland raasde op 18 oktober. Om te filmen waren het spectaculaire wolkenluchten, maar de regenbui die er op volgde was niet mals. Vogels hebben liever een steuntje in de rug dus ze vliegen in de herfst het liefst bij noord/noordoostenwind naar het zuiden. Dat was het geval tijdens de laatste dagen van onze korte vakantie. Uiteindelijk maakten we zo alle soorten weer mee; van windkracht 9 en hoosbuien tot windstil weer met een prachtig zonnetje, waarin het zeehondje in de film zich leek te koesteren.



Wollige bundelzwam


Voor de IVN herfstcursus nam ik de cursisten mee naar de Amsterdamse Waterleidingduinen om de damhertenbronst zelf te beleven. Dat was, mede door het doorbrekende zonnetje na een regenachtige ochtend, een geslaagd evenement. We zagen en hoorden niet alleen de herten, maar ook deze paddenstoelen, waarvan ik toen nog niet wist wat voor soort het was. Inmiddels weet ik dat, met dank aan andere AWD-bezoekers wel: het is de wollige bundelzwam. Deze soort komt voor op levende en dode populieren, vaak bij wonden en op snijvlakken. Wij zagen de beige hoeden met de wollige schubben duidelijk op dood hout, ze kwamen uit het midden van de stam. De paddenstoel neemt organische stoffen op uit het dode hout, we noemen dit een saprofyt. Schimmels zijn één van de weinige organismen die in staat zijn om met behulp van enzymen houtstof en cellulose af te breken en om te zetten in stoffen die bruikbaar zijn voor henzelf en andere levensvormen. Op het kaartje van de Nederlandse Databank Flora en Fauna kun je zien waar de wollige bundelzwam zoal voorkomt. De duinenrij in Zuid en Noord Holland is typisch een gebied waar je ze kunt vinden.

woensdag 12 oktober 2016

Word wildspotter

Faunapassages zijn voorzieningen die gemaakt worden om dieren makkelijker van het ene gebied naar het andere gebied te laten gaan. Meestal zijn het tunnels waardoor dieren geen wegen over hoeven te steken. Dat is veiliger voor mens en dier. Door middel van camera's wordt bekeken welke dieren er langs komen. Het is natuurlijk een behoorlijk klusje om uit te zoeken wat er allemaal langs komt. Daarbij wordt nu de hulp van het publiek ingeroepen. Op de wildspotterwebsite kun je bekijken welke dieren gebruik maken van de faunapassages. Als je inlogt kun je bovendien helpen met het determineren van de dieren (vaststellen om welke soorten het gaat). Aan een wildspotterproject in Overijssel hebben 1400 mensen meegedaan, en het bleek dat 98% van hun determinaties correct waren. Heb je zin om mee te helpen, kijk dan op www.wildspotter.nl



Slang? Worm? Nee, hagedis!



Soms wordt een waarneming je in de schoot geworpen: je doet een leuke bijvangst terwijl je naar iets anders op zoek bent. We liepen op de Veluwe, met de boswachter waren we op weg naar bronstige edelherten. Plotseling schoot er iets uit de heidestruikjes en het dier bleef roerloos liggen op het pad. Lang, smal en glad. Een slang? Nee. Het was een hagedis met de verwarrende naam hazelworm. Dat is een hagedis zonder pootjes. Waardoor-ie op een worm lijkt, of een slang. Vroeger werd dit dier ook wel blindslang genoemd. Vanwege zijn kleine oogjes dacht men dat het diertje niet kon zien. Dat 'hazel' slaat op de kleur die aan hazelnoten doet denken. Met een prachtige metalige glans overigens. Dan is er nog de wetenschappelijke naam: Anguis fragilis. Dat betekent 'breekbare slang'. Want voor een slang is het niet bepaald gewoon dat hij zijn staart kan afwerpen. Maar we weten natuurlijk dat dat voor een hagedis niet ongewoon is. Het was trouwens niet zo raar dat men vroeger dacht dat de hazelworm een slang was. Want uiteindelijk zijn slangen ontstaan vanuit de soortengroep van hagedissen. Maar slangen zijn ten opzichte van die hagedissen veel meer veranderd dan de hazelworm. Onder andere de kop en ruggenwervels van de slang zijn heel anders dan bij de hagedissen. Afijn, een ingewikkeld verhaal dus. Het feit dat de hazelworm op een slang lijkt, leidt niet alleen voor verwarring maar heeft soms ernstiger gevolgen. Aangezien veel mensen bang voor slangen zijn, wordt zo'n hazelworm regelmatig gedood. De belangrijkste vijand van de hazelworm is dan ook de mens. Eigenlijk zouden we dit onschuldige beestje moeten koesteren, want hij is dol op slakken.
Langzaam schoof de hazelworm weer in het struikgewas en wij zetten onze tocht voort. In de verte klonk het geburl van edelherten en de zon verdween achter de horizon.



Damhertenbronst in volle gang

De edelhertenbronst zit er nagenoeg op. De dominante herten hebben zo veel mogelijk hindes gedekt en de resultaten daarvan zien we in mei/juni volgend jaar; dan worden de nieuwe kalfjes geboren die twee jaar bij de moeder zullen blijven. De damhertenbronst vindt wat later plaats en die bereikt midden oktober het hoogtepunt. De volwassen en sterke mannetjes hebben gevochten om een goed territorium. Daar hebben ze een bronstkuil gemaakt door met hun voorpoten de bovenste laag aarde weg te schrapen. Ze voorzien zo'n kuil van hun eigen 'parfum' door in de kuil te urineren. Ze woelen er nog eens lekker doorheen om de geur in hun vacht op te nemen en deze zo goed mogelijk te verspreiden. Met speciale geurklieren markeren ze bovendien takken van struiken om te laten weten: dit is mijn terrein. Door te showen met hun gewei en flink te knorren (zo heet het burlen bij damherten) laten ze rivalen zien hoe sterk ze zijn en aan vrouwtjes tonen ze zo dat ze fit en gezond zijn. 'Ik ben de ideale vader voor je nageslacht', adverteren ze hiermee. Het hert drijft zoveel mogelijk hindes bij elkaar in zijn territorium. In de paar uur dat een hinde vruchtbaar is, zoekt ze het mannetje op bij zijn bronstkuil en vindt de paring plaats. In het filmpje kun je de verschillende aspecten van de bronst bekijken.