donderdag 26 mei 2016

Huisvesting gezocht

Op het strand vonden mijn nichtje en neefje deze heremietkreeft in een waterplasje toen het eb werd. Bij gebrek aan een eigen pantser moeten ze hun weke achterlijf beschermen met lege schelpen van andere weekdieren. Op Wikipedia las ik dit leuke weetje, gebaseerd op onderzoek van de Tufts University: meerdere soorten heremietkreeften, zowel in het water als op het land, maken gebruik van "sociale netwerken" om nieuwe schelpen te vinden: wanneer een heremietkreeft een nieuwe, grotere schelp vindt, gaan verschillende andere individuen zich er rond verzamelen en vormen ze een soort wachtrij van groot naar klein. Wanneer een heremietkreeft aankomt die voldoende groot is voor de lege schelp, zet dit een kettingreactie in gang: de grootste kreeft betrekt de lege schelp, de tweede grootste kruipt snel in de pas verlaten schelp, enzovoort.


Misschien een ideetje voor de Nederlandse makelaars om de huizenmarkt in beweging te krijgen?



Snavelinsecten

Verborgen vleugels, stekende en zuigende monddelen, lopen over water, 6 maanden overleven zonder eten, van kleur veranderen..... We hebben het over de speciale kwaliteiten van wantsen, een groep insecten die behoort tot de snavelinsecten. In de tuin kwam ik deze groene stinkwants tegen. De voorvleugels van wantsen zijn gescheiden in twee gebieden: het voorste deel is leerachtig (groen in dit geval) het achterste deel is vliezig, soms doorzichtig (bij deze wants zijn die punten bruin). De achtervleugels zijn altijd vliezig. Wanneer hij de voorvleugels spreidt, dan kan de wants dus wel degelijk vliegen, ook al lijkt het alsof hij een pantser draagt. Op de rug zie je bij wantsen altijd een kenmerkende driehoek. Deze wants kan een nare geur afscheiden als hij zich bedreigd voelt. Vlak voor de winterslaap kleurt het lichaam bruin en in de lente wordt het weer groen.
Wantsen behoren tot de snavelinsecten omdat ze een zuigsnuit hebben waarmee ze een gat prikken in planten en het sap eruit zuigen. Of ze prikken een gat in een dierlijke prooi (dat kan ook je vinger zijn als je er een vastpakt) en zuigen het bloed eruit. Bedwantsen leven van bloed bijvoorbeeld. Ze verbergen zich in spleten en tussen beddengoed en gaan 's nachts op zoek naar slachtoffers voor een bloedmaaltijd. Deze soort kan zes maanden zonder eten, dus je bent er niet snel vanaf.
Er zijn ook wantsen die op het water leven. We noemen ze schaatsenrijders. Hun lange poten zijn voorzien van borstelharen waarmee ze, gebruikmakend van de oppervlaktespanning, op het water kunnen staan. Ze sturen met de achterste poten, de middelste poten worden gebruikt om vooruit te komen en met de voorste poten worden prooien van het wateroppervlak gepakt. Hoe ze die vervolgens opeten, weet je nu inmiddels. In het filmpje zie je schaatsenrijders 'on the move'.



dinsdag 24 mei 2016

Vraatzuchtige kunst

Soms kom je op bladeren van bomen, planten of struiken een kronkelpatroon tegen dat er kunstzinnig uitziet. Hier is iemand bezig geweest om zijn honger te stillen: larven van mineervliegen leven tussen het bladweefsel en banen zich al etend een weg. Je ziet vaak waar het ei gelegd is: dat is een smalste kant van het vraatspoor. Je ziet het spoor breder worden naarmate de larve groeit en onderweg poept hij ook: een spoor van kleine zwarte puntjes verraadt dat. Op een gegeven moment verlaat een 2-3 mm groot mineervliegje het blad; daar stopt het vraatspoor. In Nederland en België komen meer dan 200 soorten mineervliegen voor, die meestal gespecialiseerd zijn op bepaalde planten. Deze vond ik op de bladeren van de akelei. De soorten mineervliegen kunnen alleen door deskundigen op naam worden gebracht.



Klein geaderd witje

Gelukkig fladdert dit klein geaderd witje rond de tulpen en vergeet-mij-nietjes en niet rond mijn koolplantjes. Want als daar eitjes op worden afgezet vreten de rupsen van het witje de koolplant helemaal kaal. Op dit moment geniet ik nog maar even van de schoonheid van dit vlindertje, met zijn prachtige pastelkleuren en grijs bestoven aderen, zonder me druk te maken over mijn oogst. Als het geaderd witje even zijn vleugels openklapt dan zie je twee vleugelstippen. Soms zitten ze met hun vleugels gespreid, maar iets omhoog. Het zonlicht reflecteert dan via hun witte vleugels op het donkere lijfje waardoor dat sneller opwarmt. Zonne-energie in optima forma.



Donkere ooievaarsbek

De donkere ooievaarsbek in mijn tuin zaait zich nogal makkelijk uit. De bloemetjes zijn klein maar oh zo prachtig met hun gele meeldraden. En de bijtjes zoemen er constant omheen omdat ze veel stuifmeel leveren. Als ze uitgebloeid zijn trek ik een aantal pollen uit, want ik weet dat ze volgend jaar toch weer overal opduiken.




Visarendfamilie

De visarendfamilie bij Loch of the Lowes is nu compleet: het derde jong is uit het ei gekropen. Op de foto van de Scottish Wildlife trust zie je dat de kuikens gevoerd worden. Op de visarendblog van de Trust kun je ook filmpjes bekijken van belangrijke momenten, zoals de geboorte van de jongen. Over de in Nederland broedende visarenden is op dit moment nog geen nieuws.



donderdag 19 mei 2016

Braakballen van de merel

Niet alleen uilen braken onverteerde voedselresten uit in de vorm van braakballen. Ook andere vogels doen dat. De uilenbraakballen spreken het meest tot de verbeelding omdat we er duidelijke resten van hun prooien in kunnen vinden: botjes en schedels van muizen. Andere roofvogels, reigers en ooievaars braken ook ballen uit maar die bevatten meestal niet meer dan haren, veren of wat zand. Die vogels hebben sterker maagzuur dat ook de botten 'verwerkt'. Zeevogels die vis eten hebben zeer losse braakballen, die graatjes en schubben bevatten en snel uit elkaar vallen. Ze spoelen met een beetje regen weg. Ook kleinere vogels laten braakballen achter, maar die zijn zo klein dat je ze vaak niet opmerkt tussen bladeren en gras. Ik had het geluk dat deze merel mijn tuinhek uitkoos om eens rustig drie braakballen op te hoesten. In het geval van de merel zijn dat meestal zaden die niet verteerd worden. Toen de merel vertrokken was, heb ik geprobeerd om de braakballetjes te vinden, maar ze waren spoorloos tussen de planten.



Eerste maaltijd voor visarendjong



Vandaag kreeg het visarendkuiken zijn of haar eerste maaltijd; kleine stukjes van de zalm die vader gevangen had. In het tweede ei zit nu een gaatje, een teken dat het jong zich een weg naar buiten aan het banen is. Bij het eerste kuiken duurde het 12 uur eer het uit het ei gekropen was. De foto is gemaakt door de Scottish Wildlife Trust.

woensdag 18 mei 2016

Slangsterren op het strand

Dit stekelhuidige dier is geen zeester, maar een slangster. Slangsterren zijn te herkennen aan de smalle armslierten die elkaar aan de basis niet raken, zoals bij de zeesterren. De armslierten breken snel af, maar ze groeien ook makkelijk weer aan. Met die armen kruipen ze over de zeebodem, dit exemplaar had in het zand gewoeld in een poging terug naar zee te komen (dat zie je rechts in de onderste foto). Ze leven van kleine voedseldeeltjes die ze met kleverig slijm op hun armen van de zeebodem halen. Ze leven in water van 10-200 meter diepte, waar ze zich overdag verschuilen en 's nachts rondscharrelen naar voedsel. Deze slangster voelde zich dus waarschijnlijk niet happy op het zonnige strand. We hebben hem maar in zee gebracht. De soort bevolkt de Noordzee overigens al een tijdje. In Engeland zijn fossiele exemplaren gevonden van 175 miljoen jaar oud.

Pollentelling

Gisteren meldde ik dat er de afgelopen tijd hoge pollenconcentraties in de lucht zaten door de massale bloei van bomen, met name eik, beuk en den. Wat ik niet wist, is dat het LUMC er een heuse pollentelling op nahoudt. Op basis van luchtmonsters stellen ze het aantal en soort pollen per dag vast. Dit doen ze met behulp van een soort stofzuiger op het dak van het ziekenhuis. Via een opening wordt continue een bepaalde hoeveelheid lucht binnengezogen; de pollen blijven kleven op een strip die rond een trommel is vastgemaakt. De trommel maakt precies één rondje per week. De vastgeplakte pollen worden geanalyseerd en een overzicht verwerkt. Bekijk het overzicht van de afgelopen week via deze link. Op basis van deze informatie wordt de hooikoortsvoorspelling afgegeven.


In onderstaande grafiek (ook van het Leids Universitair Medisch Centrum) zijn de pollenconcentraties vergeleken met andere jaren. Het is duidelijk dat de afgelopen weken de pollenconcentratie hoger is dan de voorgaande jaren. Maar 2006 was een uitschieter die we nog niet evenaren.



Eerste visarend geboren bij Loch of the Lowes

Vandaag kwam het langverwachte moment bij het Schotse Loch of the Lowes: het eerste visarendjong is rond een uur of 4 onze tijd geboren. Vanavond rond 22 uur bekeek ik het nest via de webcam (zie ook de link hiernaast) en ik kreeg een glimp te zien van het nieuwe jong.
Onderstaand een aantal screenshots die ik met mijn smartphone heb gemaakt. Het jong ligt vooraan in het nest.







dinsdag 17 mei 2016

Baltsende bergeenden

Op Noord Beveland namen we een kijkje in de inlaag Keihoogte bij Wissekerke. Inlagen zijn kleine, later gevormde polders, die achter de zeedijk liggen op plaatsen waar men een doorbraak vreesde. Landinwaarts werd op die plaatsen een "reservedijk" aangelegd, dit werd de inlaagdijk genoemd. Zo ontstonden  gevarieerde natuurgebiedjes dankzij het zoute kwelwater en het zoete regenwater. Bergeenden waren er in voorjaarsstemming en baltsten. Althans, de mannetjes maakten zich erg druk, maar de vrouwtjes hadden meer interesse in eten.... Wie zich afvraagt wat een bergeend doet in een land zonder bergen, kan hier mogelijke verklaringen voor de naam lezen.



Krabbenliefde

Wandelend langs een Zeeuws strand kwam ik deze parende krabben tegen. Ik hoefde me niet te haasten om de foto te maken, want het paren is een langdurig gebeuren. Krabben hebben een hard pantser en daarmee kan niet gepaard worden. Het mannetje moet wachten tot het vrouwtje gaat verschalen (vervellen). Daarbij stoot zij het oude pantser af en komt er een nieuw, groter pantser voor in de plaats dat dan nog zacht is. Mannetjes kunnen ruiken of een vrouwtje aan verschalen toe is. Hij neemt dan de positie in boven het vrouwtje en omarmt haar met zijn poten. Hij moet nu geduldig afwachten tot de vervelling plaats vindt. Ook de feitelijke paring kan wat tijd in beslag nemen, bij sommige soorten wel 5 tot 12 uur. Vaak houdt het mannetje zijn omarming vol tot het pantser van het vrouwtje uitgehard is. Deze ridderlijke behandeling is niet zozeer bedoeld om haar te beschermen, maar vooral om te voorkomen dat zij met een ander paart. Meer informatie over krabben vind je op Wikipedia.

Spannende dagen....

Volgens de rangers van de Scottish Wildlife Trust zal het eerste visarendjong bij Loch of the Lowes rond 19 mei geboren worden. Houd de webcam dus in de gaten!

Het huidige paartje is relatief nieuw, het vrouwtje komt er voor het tweede jaar en het mannetje broedt er sinds 2012. De voorganger van het vrouwtje, die sinds twee jaar niet meer naar Loch of the Lowes komt, heeft een geweldig track record. Een paar feiten van de SWT op een rij:
  • Haar leeftijd werd geschat op: 28 jaar (gemiddeld leeft een visarend 10-15 jaar)
  • Aantal eieren dat ze gelegd heeft tijdens haar leven: 71
  • Aantal jonge visarenden dat is uitgevlogen van haar nesten: 50
  • Geschatte aantal km dat ze gedurende haar leven heeft gevlogen, van en naar haar winterverblijf Afrika is : 206.000 km


  • Ik ben benieuwd of we in de Biesbosch ook zo'n recordhouder krijgen! Stichting Natuurkanaal legde de Nederlandse visarenden (van grote afstand) vast in dit filmpje. De boswachter van SBB vlogde er al eerder over. Bekijk zijn vlog hier

    Meidoorn

    

    De meidoorn doet zijn naam eer aan en bloeit op dit moment uitbundig.

    Pollenstorm

    Na een mooie en warmere week heeft de koude noordenwind weer de overhand en het weer is de afgelopen dagen onstuimig geweest. De oostenwind bracht vorige week een onverwacht 'cadeautje' mee: miljoenen stuifmeelkorrels van bomen die uitbundig bloeiden. Tuintafels, auto's en stoepen waren bedekt met een geel laagje  stuifmeel. Pollen ofwel stuifmeel zijn de mannelijke sporen van zaadplanten. Met name planten die afhankelijk zijn van windbestuiving, zoals bomen, produceren veel stuifmeel. De wind is immers een minder betrouwbare bestuivingspartner dan bijen of andere insecten die 'netjes' van bloem naar bloem vliegen. Eén hazelaar kan naar schatting 600 miljoen stuifmeelkorrels produceren. Per vierkante centimeter landoppervlak dalen in ons land enkele duizenden stuifmeelkorrels neer. Niet elk jaar produceert een boom even veel stuifmeel; er zijn zogenaamde mastjaren waarin bomen meer bloemen en zaden produceren. Dit jaar lijkt zo'n mastjaar te worden. In de Amsterdamse Waterleidingduinen was de grond bezaaid met uitgebloeide mannelijke bloemen van de beuk, zoals je op de foto's kunt zien. In het filmpje zie je dat de den ook heel wat pollen produceert.