zaterdag 29 april 2017

Wilde appeltjes

Nederland produceert volgens het Voedingscentrum per jaar 365 miljoen kilo  appels, waarvan de helft geëxporteerd wordt. Gemiddeld blijft er dan per Nederlander bijna 11 kilo appels per jaar over. In deze tijd staan de boomgaarden volop in bloei. In zo'n grillige maand als (deze) april hadden de telers weinig nachtrust, want enkele keren kwam de temperatuur 's nachts behoorlijk onder nul. In Limburg vroor het tot wel acht graden. Maatregelen zoals beregening en vuurpotten hielpen niet in alle gevallen. Zelf merkte ik het trouwens ook aan de tomatenplantjes in mijn kas, die 's morgens zwart in de potjes hingen. Voor de fruittelers is de schade natuurlijk wel wat groter; op 8000 ha staan duizenden appelbomen. Maar niet alleen bij de kwekers komen we appelbomen tegen. Natuurlijk heb ik er als hobbytuinier ook eentje (een klein boompje in mijn voortuin). Maar daarnaast zijn er ook nog wilde appeltjes, kleiner (een centimeter of 3-4 in doorsnede), geelgroen en zuurder dan de appels op onze fruitschaal.
Ze zijn op veel plaatsen in ons land te vinden. In parken en plantsoenen worden ze ook wel aangeplant en de verspreidingskaart van deze boom laat dan ook een landelijke dekking zien.
In het park tegenover mijn huis staat een aantal van deze bomen, en in het filmpje, gemaakt tijdens een ommetje in de avonduren, zie je de mooie roze/witte bloesem van deze soort. Ik heb in het najaar wel eens een hapje genomen van zo'n appeltje, ze zijn niet alleen zurig maar ook aan de melige kant. Zoals je op de foto bij dit blog ziet, zijn er echter andere liefhebbers die het fruit wel kunnen waarderen. De halsbandparkieten laten zich zo'n appeltje goed smaken. Ook merels zie ik regelmatig van die appeltjes smullen, vaak als ze al een beetje beginnen te rotten. De schil laten ze liggen, maar het is een prachtig leeggegeten hulsje, vrijwel helemaal schoon gepikt.
Wilde appels bevatten veel pectine. Ik doe er wel eens één of twee door de jam, zodat deze mooi dik wordt. Het beïnvloedt de smaak van de andere vruchten niet merkbaar. Let er maar eens op, of er bij jou in de buurt ook wilde appels staan. Hopelijk zijn de bloesems door de vorst gespaard gebleven en zie je in het najaar de wilde appeltjes hangen.




maandag 24 april 2017

Naar de aalscholverkolonie bij het Naardermeer


De aalscholverkolonie bij het Naardermeer is alleen te bezoeken via een excursie van Natuurmonumenten. Helaas betekent dat ook dat er veel mensen in de boot zitten die elkaar van alles te vertellen hebben, dus dat het geluid van de film vrijwel niet bruikbaar is. Bij het vertrek werden we verwelkomd door een zingende boerenzwaluw. Ik zat net aan de goede kant van de boot om dat vast te leggen en, ook al wordt er doorheen gesproken, ik heb dat geluid wel in mijn film gelaten. Bij de nesten mag je even uit de boot om vanuit een kijkhut de aalscholvers te bekijken. Je loopt door een tunnel omdat aalscholverpoep nogal hardnekkige vlekken achterlaat. De nesten zijn wit uitgeslagen van de uitwerpselen. Uiteindelijk leggen de bomen het loodje en zoeken de aalscholvers hun heil in een nieuwe boomgroep, een eindje verderop. Dat gebeurt ongeveer eens in de tien jaar. Het water onder de broedkolonie wordt zorgvuldig afgescheiden van de rest van het Naardermeer, omdat het water daar anders te voedselrijk wordt. Je ziet in de film jongen die geboren zijn in februari (zij zijn al behoorlijk groot) en jongen uit een recent broedsel in april.

De opnamen van het purperreigernest zijn niet geweldig, maar het is bijzonder genoeg om te laten zien, datzelfde geldt voor de fuut die even van zijn nest ging, waarin al een ei lag.







dinsdag 18 april 2017

Mijn film Twaalf maanden natuur in het Groene Hart wordt nogmaals vertoond

Omdat er meer aanmeldingen waren dan beschikbare plaatsen, wordt mijn film Twaalf maanden natuur in het Groene Hart nogmaals vertoond en wel op 3 mei a.s., bij IVN Alphen aan den Rijn. Voor meer gegevens over de locatie, het reserveren van kaarten en een preview van de film klik je hier.


Journalist Jan Belt van AD Groene Hart heeft de eerste voorstelling bijgewoond en vond dit aanleiding om mij te interviewen over het maken van de film. Vandaag publiceerde hij onderstaand artikel.



vrijdag 14 april 2017

Sjweikeser Rèngelaote

Het zou afgelopen zondag 24 graden worden, maar daar was in alle vroegte nog niet veel van te merken. De thermometer wees 6 graden aan. Vogels zongen uitbundig en op het gras en de frisgroene blaadjes parelde de dauw. Op spinnenwebben glansden de waterbolletjes als diamanten aan een snoer. Ik was op pad in Sweikhuizen, Zuid Limburg. Een dorpje met nog geen 300 huizen, al waren dat er ooit maar twee, zoals de naam doet vermoeden. Die is namelijk afgeleid van Zweihuizen. De wilgen langs het water hadden bladrozetjes als roosjes, de witte abeelblaadjes leken wel van zilver. Even verderop zag ik het frisgroene meidoornblad mooi afsteken tegen het blauwe water van de Geleenbeek. Esdoornknoppen liepen uit en ontvouwden hun blad. Tegen de steile helling stonden de fruitbomen in volle bloei. Ooit was Sweikhuizen bekend wegens de kweek van een pruimensoort, de groene reine claude ofwel de 'Sjweikeser Rèngelaot' in het lokale dialect.
Van 1820 tot de jaren zestig van de vorige eeuw werden in Sweikhuizen de sappigste pruimen van de streek geteeld. Door ruilverkaveling en verminderde belangstelling voor de fruitteelt ten gunste van de landbouw, raakte de pruimenteelt in verval. Er waren nog maar enkele tientallen bomen over toen vrijwilligers actie ondernamen. In 2000 plantten ze zo'n 100 scheuten van deze pruimenbomen in hun achtertuinen. Met hulp van de gemeente en Natuurmonumenten worden de hellingen inmiddels weer beplant met deze lokale boomsoort. De wit bebloesemde boomtjes staan verspreid in het gras en als ik richting het dorpje kijk, zie ik tussen de andere bomen overal bloesem. Prachtige weitjes met pinksterbloemen, bomen met allerlei schakeringen groen, ik heb het allemaal vastgelegd in dit filmpje.


Op de site van de stichting Stichting Sjweikeser Rèngelaot vind je meer informatie over de lokale pruim. Je kunt er ook een mooie wandelroute downloaden (kijk bij het Ommetje), van een kleine 7 km langs de boomgaarden, het dorpje Sweikhuizen en de Geleenbeek.


zaterdag 8 april 2017

Een lesje vogelzang

Op dagen dat ik vrij ben houd ik de weerapp goed in de gaten. Afgelopen zaterdag zag ik daarop dat de nacht naar zondag helder en koud zou worden, rond zonsopgang stond er een mistwolkje en daarna zon en niet te veel wind. Dat zou een mooie gelegenheid zijn om vogelzang op te nemen. Ik zette de wekker op 7 uur, maar al voor de wekker ging was ik wakker en zag dat de beloofde nevel er inderdaad was. Ik wilde filmen bij de Wijde Aa (Woubrugge) want daar kende ik een plekje waar een blauwborst was gemeld. Ik had ze op andere plaatsen gezien maar nog nooit op foto of film vastgelegd. Naarmate de zon wat hoger klom werd de nevel geler van kleur en lieten de vogels meer van zich horen. De tjiftjaf maakte met meeste kabaal en overstemde sommige andere vogels. Uit het riet klonk het driftige lied van de rietzanger. In het algemeen klinkt de zang van rietvogels vrij ver, zij moeten het vooral van hun geluid hebben om hun aanwezigheid kenbaar te maken. De rietzanger voegt daar nog iets aan toe: af en toe vliegt hij kort boven het riet uit om aan het andere geslacht te laten zien waar hij vertoeft. Het was een hel :) om dat te filmen, want ik wist nooit waar en wanneer hij precies zou verschijnen. Na de landing vloog hij soms tussen het riet naar een ander plekje om daar weer omhoog te vliegen. Ik heb dus minutenlange filmpjes waarop helemaal niets gebeurt. Maar in het digitale tijdperk is er niks verloren en delete je die gewoon. Ik ben er een paar keer in geslaagd om die vlucht toch nog in beeld te krijgen. De rietzanger zelf zat op een gegeven moment mooi in een boom net boven het riet. Ik dacht dat ik 'm scherp had, maar de camera bleek op een rietstengel te hebben gefocust. Ik heb de opname toch maar in de film verwerkt, zodat je kunt zien hoe de vogel eruit ziet; de kenmerkende oogstreep onderscheidt hem van de kleine karekiet, ook een rietvogel. Intussen hoorde ik boven de weilanden de grutto, tureluur en de kievit. De zang van de blauwborst klonk ook luid en duidelijk. Ik tuurde het riet af en vond het raar dat ik 'm niet zag, want het klonk zo dichtbij....Toen bleek dat hij in de els boven mijn hoofd zat te zingen. Tevreden met mijn opname van de blauwborst in het vroege ochtendlicht ging ik thuis ontbijten.



dinsdag 4 april 2017

Na de regen

Afgelopen weekend viel er af en toe wat regen. Niet genoeg om de tuinplanten van voldoende water te voorzien, maar wel mooi genoeg om druppels als diamantjes achter te laten op de bladeren. Toen het droog werd, waren de hommels als eerste insecten weer actief. In het filmpje zie je de akkerhommel, te herkennen aan het roodbruine borststuk en het kontje in dezelfde kleur. Van hommels overwintert alleen de koningin en ieder jaar wordt er een nieuwe staat gesticht. De akkerhommelkoningin gebruikt daarvoor graag muizenholletjes, die ze stoffeert met mos, gras en ander materiaal. Ze vormt daarvan een kogel die ze met was uit klieren aan haar achterlijf aan elkaar plakt. De hommelkoningin is voor de winter bevrucht en deze eitjes legt ze nu in het nieuwe hol in een eibeker van een halve centimeter groot. Na ongeveer vier dagen komen de eitjes uit, het begin van een nieuwe hommelstaat. Omdat hommels zo vroeg in het jaar vliegen, is het belangrijk dat er op dat moment ook voedsel te vinden is in de vorm van nectar en (vooral) stuifmeel. Je kunt hommels helpen door dit leuke plantje in je tuin te zetten: gevlekt longkruid (foto). Zoals je kunt zien in de film maken de hommels er gretig gebruik van. Longkruid komt van nature in Zuid-Limburg voor, maar is op sommige plaatsen in ons land verwilderd vanuit tuinen. Je kunt het bij een tuincentrum kopen. Als de bloemetjes net open gaan zijn ze roze. Later verkleuren ze naar paars. Vroeger werd er een aftreksel gemaakt van deze plant tegen slijmafzetting en andere aandoeningen van de luchtwegen. Zo komt het plantje aan zijn naam longkruid. In de loop van de zomer wordt het blad minder mooi. Ik knip het dan net boven de grond af. Dan komt er weer fris nieuw groen te voorschijn.