vrijdag 30 december 2016

Een mooi nieuw jaar!


Ik wens alle lezers van mijn blog een sprankelend natuurjaar.

Naar het Harderbroek en het Veluwemeer


29 december; de randstad is in mist gehuld maar op het KNMI-kaartje staan zonnetjes in het oosten van het land. Een bezoek aan het Harderbroek, een natuurgebied in de Flevopolder bij Zeewolde, stond al een tijd op onze to do-lijst. Even checken op de weerapp: Zeewolde geeft zon vanaf het middaguur. Duizend kleine zwanen verblijven 's winters op de plas samen met tienduizenden eenden. Bovendien is er kans op een zeearend. We gooien de rugzak en wandelschoenen in de auto en rijden de grijze randstad uit. Bij Zeewolde is het nog mistig. We moeten een stukje omrijden om bij de parallelweg te komen die toegang geeft tot het Harderbroek. In die 2 km komt zowaar de zon te voorschijn. Maar in het Harderbroek is het helaas nog mistig. Op weg naar de vogelhut staan we ettelijke keren stil om bessen en takken met rijp en in ijs gestolde druppels te fotograferen. Op het water zien we een paar honderd kleine zwanen, maar het contrast met de mistige omgeving is zo laag dat de camera niet scherp stelt. Dan maar focussen op de vogels die wat dichter bij de schuilhut komen: een knobbelzwaan zet zijn vleugels op en showt er imposant mee. De veertjes bollen op in het beetje wind dat er waait. Vlak voor de kijkhut stapt een grote zilverreiger door het water. Je ziet zijn lange tenen regelmatig boven het water komen. Over vogelbenen/voeten/tenen leven veel misverstanden. Onder het verenkleed zie je het onderbeen en de voet van vogels, met daaraan de tenen. Het bovenbeen is meestal bedekt met veren. Het is dus niet zo dat vogels hun knieën naar achter buigen, ze hebben een vrij lange 'voet' die net zo dik is als hun been en die knik naar achteren is de enkel. Als je goed kijkt zie je in het filmpje de 'knie' van de zilverreiger net onder de buikveren. Kijk ook maar eens naar de tekening van het vogelskelet op Wikipedia. Drie slobeenden zwemmen al etend voorbij. Het is goed te zien waarom ze slobeend heten. Hun brede en platte snavel gaat als een stofzuiger door het water en zo slobberen ze kroos en waterdiertjes naar binnen. De drie in het filmpje doen dat mooi synchroon. Een nonnetje duikt op, het is een vrouwtje met een kastanjebruine kop en witte keel. Het verenkleed van het mannetje is veel opvallender en prachtig zwart/wit, maar die is nergens te bekennen. Nonnetjes staan op de rode lijst van bedreigde vogels. Ze broeden in boomholtes in het hoge noorden. Maar in de winter trekken ze graag naar het IJsselmeer.
We komen een vogelaar tegen die zich verbaast over de mist: 'hier 2 km vandaan schijnt de zon' zegt hij. Jaja dat weten we. Tijd om die zon maar weer eens op te zoeken. We koersen naar het Veluwemeer. Al snel zien we langs de weg vijf reeën en een troep ganzen. En aan de horizon: de zon. Op het Veluwemeer zitten duizenden eenden, meerkoeten en zwanen. Aalscholvers zitten met hun vleugels gespreid op de paaltjes langs de rand van het meer. Aalscholvers duiken naar voedsel en dat gaat beter als ze niet blijven drijven. Daarom persen ze lucht uit hun veren en laten zij hun verenpak nat worden waardoor ze weinig last hebben van opwaartse druk. Ten opzichte van vogels met een goed geïsoleerd verenpak kunnen zij zo veel dieper duiken. Maar zij moeten dan wel wat tijd besteden aan het drogen van hun verenpak; dat zitten ze op die paaltjes te doen. Terwijl de zon ondergaat horen we het zachte 'gezang' van de wilde en kleine zwanen op het meer. Meerkoeten scholen samen en de lucht kleurt roze. Het was weer een mooie dag.


  

zaterdag 24 december 2016

Krooneenden in de Amsterdamse Waterleidingduinen

De overvolle supermarkten vermijdend, zijn we vandaag naar de Amsterdamse Waterleidingduinen gegaan. Er was minder zon en meer wind dan de weerapp aangaf. We waren op zoek naar wilde zwanen; wintergasten die we elk jaar wel tegenkomen in dit gebied. Die waren vandaag onvindbaar, maar in plaats daarvan stuitten we op een flinke groep krooneenden. Dat is behoorlijk bijzonder, want er zijn maar een paar honderd van die eendjes in ons land. De mannetjes hebben een vosrode kop met een helderrode snavel (en ook een rood oog). De vrouwtjes zijn boven op hun kop donker, hun kin en wangen zijn lichter. Je kunt ze in het filmpje zien op 1'12".


Fijne kerstdagen!



dinsdag 20 december 2016

Waarom vallen vogels niet van hun stokje?

Met de langste nacht op komst vroeg ik mij af hoe vogels de nacht doorbrengen. Van Sinterklaas kreeg ik 'De verborgen wereld van vogels'. Nieuwsgierig sloeg ik het boekje open bij het hoofdstuk 'Rusten'. De intro: 'Waar zijn vogels 's nachts? Daar weten we verrassend weinig over' was enigszins ontmoedigend :). Ik las dat vogels niet per sé ons dag/nachtritme aanhouden. Als de omstandigheden gunstig zijn, bijvoorbeeld bij een maanverlichte nacht op de akkers of eb op het wad, dan fourageren (eten) de vogels ook 's nachts. Ze gebruiken vervolgens delen van de dag om te rusten. Sommige vogels slapen op het water, andere in een nestje of zittend op een tak. En zo komen we bij de titel van deze blog: waarom vallen vogels daar tijdens hun slaap niet vanaf? Dat blijkt te maken te hebben met bepaalde pezen in de vogeltenen, de zogenaamde buigspierpezen. Als de vogel 'inzakt' en ontspant worden deze pezen, die langs de poten naar de tenen lopen, automatisch strak getrokken. Hoe lager de vogels zijn lichaam laat zakker, hoe strakker die pezen worden. De tenen gaan dus 'op slot' langs de tak.
Warm blijven is ook een puntje van aandacht in de winter. Knus op een rijtje houden de vogeltjes elkaar op temperatuur. Sommige holenbroeders zoeken nestkastjes op, zoals de koolmees uit de Estlandse webcam waarvan je bijgaand een screenprint ziet. Maar vaak hebben ze liever kleinere holletjes want die isoleren beter. Huismussen en winterkoninkjes bouwen speciale herfstnesten als slaapplaats. Zoals je in mijn mussenblog kon lezen houden huismussen wel van gezelschap en hebben ze hun nesten in een groep bij elkaar. Winterkoninkjes zijn wat individueler van aard. Maar tijdens de winter zoeken ze elkaar op. Er zijn wel eens 60 winterkoninkjes in één slaapnest geteld, dat was vast een hele kluwen. Meestal tellen die slaapgroepjes echter een stuk of tien vogeltjes. Als het over slapen in groepen gaat, dan zijn spreeuwen wel zo'n beetje de kampioen. Tienduizenden spreeuwen 'dansen' in een zwerm  tot ze samen gaan slapen. Enkele jaren geleden vloog er boven Utrecht een groep van 60.000 individuen! Met behulp van computers kan dat tegenwoordig berekend worden. Vorig jaar maakte ik dit filmpje van zwermende spreeuwen bij Leimuiden.

Winterwende

Op woensdag 21 december om 18.11 uur begint de astronomische winter. Die dag is de zonsopgang om 8.46 uur en de zonsondergang om 16.30. Het is effectief de kortste dag van 2016 want de zon is het minst lang boven de horizon. Dat is meestal rond 21 december het geval, maar niet elk jaar precies op die datum. Eén of twee jaar voor ons schrikkeljaar valt de winterwende op 22 december. In veel culturen werden rond de winterwende lichtfeesten gevierd, om de terugkeer van het licht (het lengen der dagen) te vieren. Zo was er het Germaanse Joelfeest waarbij vuren werden ontstoken en menig alcoholisch drankje werd genuttigd. Dat feest duurde maar liefst 12 dagen.

In Scandinavië viert men het licht in de vorm van het Luciafeest op 13 december. Het is voor hen het begin van de kerstperiode. De traditie in Zweden is dat meisjes in witte kleding met een rode sjerp en met kaarsjes op hun hoofd het gezin wekken en eten brengen. In Nederland kent alleen de Limburgse gemeente Beek een Luciafeest.

Op 19 december konden we gelukkig weer eens genieten van vitamine Z(on). Fietsers, wandelaars, joggers, allemaal profiteerden ze van de laatste stralen voor de zon om half 5 achter de horizon verdween. In het filmpje zie je een impressie van dit gouden uurtje, gefilmd langs de Heimanswetering in Alphen aan den Rijn.

Vanmorgen vroeg was de zonsopkomst ook bijzonder mooi. Ik reed naar mijn werk dus er was geen tijd om te fotograferen. Daarom heb ik die ervaring in woorden vastgelegd:

De lucht bloosde perzikroze
De polder was gehuld in grijs
Terwijl de rijp nog knisperde
Begon de zon haar dagelijkse reis


 

donderdag 15 december 2016

Ode aan de mus



Wat maakt me vrolijk op een mistige decemberdag? Het tsjilpen van een groep mussen! Al meer dan 10.000 jaar leven deze vogeltjes in de nabijheid van mensen. Hun belangrijkste voedsel zijn graszaden en granen. Daarvoor vliegen ze niet verder dan enkele kilometers van hun geboorteplek. Mussen houden zich op in ruigten met planten zoals ganzenvoet, varkensgras en vogelmuur. Graanakkers en graanopslag zijn ook zeer welkome voedingsbronnen. Vanaf november bungelt er aan mijn pergola daarom een voederbuis met onkruidzaden. De mussen hebben zich dan al een tijdje niet laten zien in mijn tuin. Na de broedtijd vertrokken ze naar voedselgebieden buiten de stad, om te ruien en een graantje mee te pikken van de oogst. Tussen augustus en november keren ze terug naar hun nestgebied, waar de nestplekken alweer verdeeld worden. Mussen zijn sociale broeders; je vindt veel nesten bij elkaar. Er wordt gesjanst over en weer en soms leidt dat in september nog tot een nieuw nestje. In de winter concentreren de mussengroepen zich op het vinden van goede fourageerplekken. Zo komen ze dus bij mijn voederbuis terecht. Meestal duurt het even eer ze door hebben dat er voedsel te vinden is, maar dan vliegen de kilo's zaad er doorheen. Ze vechten om de beste plekjes en eten gulzig en slordig van de zaden. Als beloning krijg ik regelmatig een opwekkend tsjilpconcert van ze. Naar hun fourageergedrag zijn allerlei studies gedaan. In groepjes eten de mussen variërend van 2-30 minuten (vaak tussen de 2-10 minuten). Op een bepaald moment vliegen enkele mussen op en meteen volgt de groep. Ze verschansen zich in een boom of heg en het is even rustig. Dan hipt één van de mussen naar de top van de boom of struik en begint te tsjilpen. Al snel valt het koor in. Volgens de boeken is dat het sein om naar een volgend voedergebied te vertrekken. In de praktijk van mijn tuin vallen ze dan gewoon opnieuw aan op de zaden in de voederbuis. Om vervolgens weer in de struiken te duiken. Zo kan ik meerdere keren van hun tsjilpconcert genieten. Een echte win/winsituatie!





Mistige dagen





Deze keer geen filmpje met goudbrandend avondlicht of tere pastels in de ochtendzon. Terwijl een hoge en lagedrukgebied afgelopen week vochten om voorrang bleef de lucht grijs en heiig. Maar voor een wandelende natuurliefhebber valt er altijd wel wat te beleven. We zijn voor het eerst naar Waverhoek geweest. De Waverhoek is een 60 hectare groot moerasgebied in de Polder Groot-Mijdrecht (provincie Utrecht tussen Botshol en Waverveen). Eind 2006 zijn hier weilanden omgevormd tot 'nieuwe natuur' met veel aantrekkingskracht voor vogels. Helaas ook voor de 'ijzeren vogels' die opstijgen van Schiphol en daarbij heel wat geluid produceren. Ondanks de nevel hebben we toch mooie waarnemingen gedaan. We zagen honderden kieviten die een plaatsje zochten in het ondiepe water. Naast wilde eenden waren er ook de mooie wintertalingen. Mannetjes hebben een kastanjebruine kop met donkergroene 'slapen'. De gele 'spiegel' (bij het kontje op het achterlijf) is heel kenmerkend. Een torenvalk hing biddend in de lucht en midden op de plas wachtte een slechtvalk op een gunstig moment om een prooi te pakken. Maar met het afnemende licht werd dat steeds moeilijker.



Goed nieuws uit Nieuwkoop

Bijna drie jaar geleden werden de eerste otters sinds lange tijd gespot in de Nieuwkoopse Plassen. Dit jaar zijn er maar liefst drie jongen geboren. Dit blijkt uit camerabeelden waarop vier otters tegelijk te zien zijn. Ottervaders bemoeien zich niet met de opvoeding van het nageslacht. Dat er nu vier otters tegelijk in beeld zijn betekent dat moeder met drie jonge otters op pad was. Je kunt de camerabeelden zien via deze link. Eerder dit jaar filmde ik otters in Natuurpark Lelystad. De sporen in dit filmpje zijn vastgelegd in de Wieden en de Weerribben.



zondag 11 december 2016

Veel roodborstjes

In de afgelopen weken heb ik, mede door het zonnige weer, veel tijd buiten doorgebracht. Waar ik ook kwam, overal doken roodborstjes op in flinke aantallen. Roodborstjes zijn bijzonder territoriaal, je ziet dus nooit in groepjes. Met hun herfstzang bakenen ze hun territorium af. Redelijk uniek daarbij is dat niet alleen de mannetjes, zoals bij andere vogels, maar ook de vrouwtjes zingen. Met hun rode borstjes 'vlaggen' ze vervolgens: hier ben ik de baas, blijf van mijn terrein. In je tuin kom je meestal maar één roodborstje tegen, tenzij je een grote tuin hebt. In de loop van oktober vliegen veel 'noordelijke' roodborstjes naar ons land. Dit jaar lijken het er meer dan anders, maar ik kon daar geen cijfers over vinden. Ik zag wel dat bij een ringstation in één ochtend zo'n 70 roodborstjes waren gevangen en geringd. Dat was daar een record. In mijn tuin heb ik alleen een wintergast, in de zomer moet ik het zonder roodborstje doen. Ik vroeg me altijd af hoe dat kwam, maar nu las ik onlangs dat roodborstjes voorkeur hebben voor een bosachtige omgeving. De wintergasten kunnen er niet meer terecht omdat de zomerroodborstjes daar hun territorium houden. Ze zijn dus gedwongen op zoek te gaan naar andere gebieden. Zo komen ze in tuinen terecht. Er wordt geschat dat er in de winter ruim 1 miljoen roodborstjes in Nederland zijn. Dat betekent dat er 1 miljoen territoria gezocht en/of verdedigd moeten worden! Roodborstjes scharrelen op de grond en zoeken tussen afgevallen blad naar overwinterende insectjes. Ik ruim afgevallen blad daarom alleen op van het gras. Tussen de planten laat ik de bladeren liggen. Als het vriest of sneeuwt neemt de roodborst ook wel zaden van de voederplank. Overigens las ik op de blog van de groene man nog een leuk weetje: de reden waarom het roodborstje geen oranjeborstje heet. Toen men in de 15e het vogeltje roodborstje noemde, bestond het woord 'oranje' nog niet. Dat werd pas geïntroduceerd met de komst van de eerste sinaasappels. Daarom spreken we niet alleen over roodborstje, maar ook over rood haar en roodwild (herten).

IVN Natuurcursus 2017 - Alphen aan den Rijn

We hebben bij IVN Alphen aan den Rijn weer hard gewerkt om een leuk cursusprogramma te ontwikkelen voor het nieuwe jaar. Uitgebreide informatie daarover vind je op de lezingenpagina.
We starten in jan/feb met een drieluik over wintervogels. Na een lezing op 24 januari maken we op 28 januari een vogelkrans met zaden uit de natuur. Op 5 februari staat een fotowandeling gepland. Je gaat met mij (en mijn man, ook een ervaren fotograaf) op pad om wintervogels te fotograferen met je eigen camera. In dit filmpje alvast een voorproefje hoe de wandeling eruit kan zien en wat voor foto's je zou kunnen maken. We hopen in februari natuurlijk ook op een zonnetje!





Verder besteden we tijdens de cursus aandacht aan weidevogels, eten uit de natuur, natuurgebiedjes in de omgeving van Alphen aan den Rijn, water en tuinieren voor dieren/Operatie Steenbreek (een steen eruit en een plant erin). We wisselen lezingen af met excursies, workshops, en doe-activiteiten zoals kanoën en fotograferen. Kortom: meld je aan en noteer de data in je agenda. Voor een soepel prijsje heb je een jaar lang natuurplezier.

maandag 5 december 2016

Duizenden eenden en ganzen

Wanneer de slootjes en andere ondiepe wateren bevroren raken, verzamelen eenden en ganzen zich op plekken met dieper water dat niet zo snel dichtvriest. Vandaag zochten we daarom de Reeuwijkse Plassen op. Dit natuurgebied is 600 hectare groot en speciaal voor wintergasten als kolgans, kleine zwaan, slobeend, smient en krakeend aangewezen als Natura 2000-gebied. In tijden van vorst kunnen hier wel 100.000 vogels worden gezien! De polders bieden voedsel en het water zorgt voor rust en bescherming tijdens de nacht. We zagen duizenden smienten, de mannetjes zijn goed te herkennen aan de bruine kop met een goudgele 'veeg' erover. Het fluitende geluid dat je in de film hoort, is van deze vogels. Ze worden om die reden ook wel fluiteenden genoemd. Krakeenden zag ik een tiental jaren geleden maar af en toe, maar de laatste tijd zijn ze steeds meer aanwezig. Het zijn wat kleinere eenden, met een subtiel verenkleed. De mannetjeskrakeend herken je aan het zwarte kontje. De nijlganzen poetsten hun verenkleed en produceerden een geluid dat leek op een slecht startende motor. Op de weilanden lieten de grauwe ganzen en kolganzen (met een stukje wit langs de snavel) zich in grote aantallen zien. Ook fazanten zochten er eten. Tussen de bruine vrouwtjesfazanten liep een watersnip. Meestal zitten die vlak bij het water. Maar daar is de grond al bevroren, vandaar dat ze nu op wat hoger gelegen stukjes hun eten moeten zoeken. Tegen zonsondergang zochten steeds meer vogels het water op; een spectaculair gezicht. Natuurlijk heb ik alles weer vastgelegd in een filmpje.



Jonge grijze zeehonden in Nederland

Grijze zeehonden in Estland, screenprint van webcam
Op 3 december vermeldde ik in mijn blog de grey sealcam (webcam voor het spotten van grijze zeehonden) uit Estland. Regelmatig zag ik via de webcam grote groepen wijfjes liggen op het strand. Op deze screenprint zie je de massa lijven, dicht op elkaar gepakt. Op 4 december las ik op de site zeezoogdieren.org dat de eerste 'Nederlandse' jonge grijze zeehonden die dag waren gespot in de Waddenzee. Voor het werpen van de jongen trekken de vrouwtjes elk jaar naar dezelfde plek: een strand, zandplaat of een ijsplaat. Daar verzamelen zich groepen van enkele tientallen tot wel tienduizenden dieren. Bij de geboorte heeft het jong een witte vacht, die na drie weken verdwijnt. Om dit witte zeehondenvel zijn veel pups het slachtoffer geworden van bontjagers. Doordat de vacht wollig is, kunnen de jongen niet meteen in het water en moeten ze enkele weken aan land doorbrengen. Pups van de gewone zeehond kunnen overigens wel meteen met moeder te water gaan. Zo'n beeld als op de foto, een strand vol grijze zeehonden, zullen we in Nederland niet tegenkomen. Er zijn simpelweg geen stranden waar de dieren ongestoord kunnen liggen. In ons land zijn ze afhankelijk van zandplaten, die vooral in de Waddenzee en voor de Zeeuwse kust te vinden zijn. Zandplaten kunnen bij springtij onderlopen, dus de jongen hebben daar alleen overlevingskansen als ze vlak na springtij worden geboren. Dan zijn ze hun witte velletje net op tijd kwijt voor de volgende springvloed plaatsvindt. 

Als de jongen na 3 weken kunnen gaan zwemmen, breekt voor de volwassen dieren de paartijd aan. Mannetjes verzamelen een harem en dekken de vrouwtjes. De eerste twaalf weken ontwikkelt het embryo zich nog niet. Na een groeitijd van 8,5 maand worden de jongen dan een klein jaar na de paring geboren. Op de site van de zoogdiervereniging lees je meer over dit dier. Er staat ook een duidelijk plaatje met de verschillen tussen de grijze zeehond en de gewone zeehond. In het Texelfilmpje dat ik in oktober plaatste, kun je een gewone zeehond zien dobberen in het water.

zaterdag 3 december 2016

Leunstoelobservaties



Winterse dagen lenen zich prima voor wat ik noem: leunstoelobservaties. Vanuit je warme huis kijken naar vogels op de voederplank, zien hoe het zonlicht lange schaduwen werpt op het gras van je tuin. Tegenwoordig is daar een nieuw soort vermaak bij gekomen: de webcam. Afgelopen zomer deed ik regelmatig verslag van webcamwaarnemingen van nestelende visarenden bij het Schotse Loch of the Lowes. In Nederland hebben we de broedvogelcams van Beleef de lente. En kort geleden schreef ik over de Estlandse dassencam. Aangezien de dassen in de winter minder actief zijn, is deze webcam verplaatst naar een plek waar edelherten bijgevoerd worden. De afgelopen dagen heb ik regelmatig een half uurtje zoet gebracht met het bekijken van de edelherten; soms waren er wel 7-8 tegelijk in beeld. Geweigekletter gaf aan dat er soms ook nog een aantal in de buurt, maar buiten beeld, waren. Het viel me op dat ik alleen mannetjesherten zag. Na de bronst leven de herten in groepen. Ze gedogen elkaar, maar ik zag dat ze behoedzaam met elkaar om gaan. Herten die de voederplaats betreden, komen langzaam dichterbij en degenen die er al staan worden wat alerter als er een nieuweling aan komt. Soms worden de krachten even gemeten door in dreighouding te gaan staan of de geweien tegen elkaar te laten kletsen.
Niet met een fel gevecht, maar toch.... Deze foto's zijn screenprints die ik met mijn mobiele telefoon heb gemaakt van de webcam. Op de foto hiernaast zie je aan de linkerkant twee herten in dreighouding staan. Als het donker is heb je de meeste kans om herten te zien. Vandaag gaat de zon rond half 3 onder in Estland. Vaak zag ik aan het eind van de middag (als ik even tijd had om te kijken) dat de herten al aanwezig waren op de voederplek. Ook in de vroege ochtend (6 uur onze tijd) heb ik ze wel gezien. Of de hindes ook komen eten kan ik op basis van mijn waarnemingen nog niet zeggen. Misschien komen ze later in de nacht als de mannetjesherten uitgegeten zijn. Ook de hindes leven in groepen, met de jonge dieren (m/v) erbij. Mocht je een keer een waarneming doen van hindes via de webcam, plaats dan een opmerking onder dit bericht, met de tijd van je waarneming, dan probeer ik ook eens rond die tijd te observeren. Via deze link kun je naar de webcam gaan. Bekijk even hoe je de camera op jouw pc/laptop/tablet of mobiele telefoon aan het werk krijgt: via de direct stream, stream for mobile devices (voor mobiel) of flash player. Via de link zie je overigens ook een koolmeescam (waar een koolmeesje als een bolletje dons de nacht doorbrengt) en een fish cam waar het paaien van zalmen te zien was. De grey seal cam toont soms een massa grijze zeehonden op het strand van een eiland voor de Estse kust, de (witte) jonkies zijn net geboren. Deze camera werkt helaas niet altijd omdat hij afhankelijk is van zonnecellen. De dagen zijn soms te kort of te weinig zonnig om de batterijen op te laden.


Deze week is trouwens ook een mooie zoekkaart verschenen over de sleutelrol van het edelhert in de natuur. Je kunt deze gratis downloaden via de site van Ark Natuurontwikkeling. Aanleiding is de introductie van edelherten in het Groene Woud in Brabant (in de Scheeken, tussen Best en Liempde). Daar zullen de edelherten of hun sporen vanaf voorjaar 2017 te zien zijn. Dit is het vierde gebied in Nederland waar je edelherten kunt waarnemen, naast de Veluwe, Oostvaardersplassen en het Weerterbos.