donderdag 30 juni 2016

Bungelende liefhebber van de zon

Het is deze dagen niet gemakkelijk om de zon te zien, maar soms schijnt hij 's avonds nog even na alle regenbuien. Op zo'n gouden momentje filmde ik deze pendel(zweef)vlieg die uitgebreid toilet maakte. Je herkent hem aan de smalle verticale streepjes op het borststuk. Zijn wetenschappelijke naam, Helophilus pendulus, betekent zoiets als 'bungelende liefhebber van de zon'. Dat bungelen slaat op het 'in de lucht hangen', dat zweefvliegen als enige insecten kunnen. Ze maken daarbij 150 vleugelslagen per seconde (!). Net als vlinders en kevers kennen zweefvliegen een volledige gedaantewisseling. Dus na het ei- en larvestadium verpoppen de insecten tot zweefvlieg. De eitjes van zweefvliegen zijn wit of gelig en minuscuul, van 0,6 tot 2,5 mm groot. Onder een flinke microscoop kun je nog zien van welke soort zweefvlieg de eitjes zijn, want ze hebben allemaal een andere structuur. Als het warm en vochtig is kunnen de eitjes al na twee dagen uitkomen. De larven van de gewone pendelvlieg stellen niet veel eisen, ze leven in rottend plantenmateriaal of dierlijke resten en halen adem via een lange adembuis. Ze houden van vochtig grasland, maar de larven leven ook wel in dakgoten, tussen de bladeren die daar in terecht komen. Ze zijn zeer algemeen, dus in je tuin, langs een slootje of in een park kun je ze zeker tegenkomen. Bekijk foto's van de eitjes en larven op Wikipedia.



Geen opmerkingen: